Op donderdagochtend 16 maart 2023 was ik al rond half acht ’s ochtends op kantoor. Met collega’s bereidden we een ‘inspiratieontbijt’ voor. Het werd een mooie dag! Allereerst vind ik het geweldig dat meer dan 30 mensen de uitnodiging hadden aangenomen om te komen ontbijten bij de Kap. Het was een diverse groep: vrijwilligers, mantelzorgers, collega’s uit de sector zorg en welzijn, uit het onderwijs en van de gemeente Apeldoorn. Nog mooier is dat al deze mensen open en enthousiast meedachten over de toekomst van de informele zorg. We bogen ons aan dialoogtafels over de vraag: ‘In 2040 zorgen we allemaal voor een naaste: hoe dan?’
Er komt veel op ons af de komende jaren, het werk van de Kap is urgenter dan ooit. Nu is ongeveer één op de drie Apeldoorners mantelzorger, zo’n 49.000 personen in totaal. Naar verwachting zorgt in 2040 iedere Apeldoorner voor een naaste. Vergrijzing en tekorten in de zorg vergroten de druk op mantelzorgers en op vrijwillige inzet. Ouderen blijven langer thuis wonen, dit mede doordat het aantal plekken in zorginstellingen niet meestijgt, terwijl het aantal 80+ers is verdubbeld in 2040. En informele zorg is er niet alleen voor ouderen: denk ook aan chronisch zieken, mensen met niet-aangeboren hersenletsel en ouders met een zorgintensief kind.
Het was zeer waardevol om met elkaar te brainstormen over wat dit vraagt van de informele zorg in het algemeen en de Kap in het bijzonder. We concludeerden dat het nog belangrijker wordt om het ‘samenspel’ tussen mantelzorgers, vrijwilligers en beroepskrachten in zorg en welzijn te versterken. Ik hoorde Jet Bussemaker, voorzitter van de RVS, hierover in een radio-interview zeggen dat we vrijwilligers veel meer moeten waarderen. Ze zei: “We moeten ze niet als klapstoeltjes gebruiken als we ze nodig hebben”. Dat is de spijker op zijn kop. Ik ben nog niemand tegengekomen in Apeldoorn die tegen een goede samenwerking is. Maar hoe doen we dat? Dat is nog wel een puzzel. Duidelijk is wel dat we dit echt op het niveau van wijken en buurten moeten vormgeven. Ook zullen we met elkaar meer aandacht moeten hebben voor het combineren van werk en zorg. We kunnen immers niet allemaal fulltime werken én vrijwilligerswerk doen én voor onze naasten zorgen.
De komende tijd werken we het meerjarenplan van de Kap verder uit. Een belangrijk lichtpunt is dat veel mensen graag iets voor een ander willen betekenen. Uit langlopend onderzoek blijkt dat we gelukkig worden van het iets doen voor een ander. Tijd en aandacht ontvangen én geven zijn essentiële elementen in ons leven. Ontmoeting draagt bij aan ons basale gevoel van verbondenheid. De mooie opdracht voor de Kap is om mensen te mobiliseren en ondersteunen iets voor een ander te doen. Ken jij mooie voorbeelden, binnen Apeldoorn of daarbuiten? Laat het ons weten via deze link, we leren er graag van.
Lineke Maat