“Dat de Kap nog steeds bestaat maakt me ontzettend trots”

Toen Janny Bol als dertiger de Kruimelschaar opzette had ze veel ambities, maar ook veel tegenwerking. Zij geloofde sterk in haar project en zette door. Nu, 55 jaar later, bestaat de Kap nog altijd. Het is een begrip binnen Apeldoorn. De organisatie heeft 23 betaalde medewerkers en circa 600 vrijwilligers. Hoe is De Kap ontstaan? Oprichtster Janny Bol (87) vertelt.

“Ik groeide op in Rotterdam en voelde me als twintiger al betrokken bij de ouderen in de buurt. Er was een net nieuwe woonwijk in Rotterdam-Zuid, waar veel ouderen kwamen te wonen. Ik ging met ze in gesprek en merkte dat ze zich ontheemd voelden, niet wisten wat ze moesten. In die tijd ontstond bij mij al het idee om iets te gaan doen voor ouderen.”

Janny was destijds werkzaam bij de afdeling Inkoop van de C&A, maar hieraan kwam een einde toen ze in 1956 trouwde. ‘In die tijd betekende het huwelijk voor een vrouw dat ze niet meer mocht werken, dus ik moest mijn baan opzeggen.’ Dit vond ze vreselijk, maatschappelijk actief en betrokken als ze was.

Jongeren mobiliseren

Haar ideeën kregen pas echt vorm nadat ze in 1968 in Apeldoorn was komen wonen, inmiddels met de zorg voor drie kleine kinderen. Ze ging de straat op om met ouderen in gesprek te gaan over wat ze nodig hadden, en legde contacten met onder andere de directeur van verpleeghuis Randerode, diverse kerken en het Leger des Heils. Vanuit een kerk was al snel een groep van dertien jongeren gemobiliseerd. “Ik wilde bewust jongeren aantrekken en die in contact brengen met ouderen. Het is belangrijk dat jongeren weten wat er speelt in de maatschappij.”

Ook stelde Janny een enquête op, die ze verspreidde onder ouderen in de buurt en zorginstellingen in Apeldoorn. Van ouderen kreeg ze te horen dat het zorgaanbod te beperkt was en niet goed aansloot bij wat ze nodig hadden. Ze voelden zich niet gehoord. Vanuit zorginstellingen kwam in eerste instantie veel weerstand. Janny kreeg te horen dat er al veel aanbod is, dat haar ideeën niet nieuw zijn. Maar ze liet zich niet ontmoedigen. “Tegenwind is goed, ik raakte hierdoor meer gemotiveerd. Ik dacht, ik merk het wel of alles er inderdaad al is. Die vechtlust heb ik altijd gehad’.

Succesvolle samenwerkingen

Gelukkig kreeg Janny naast weerstand ook veel steun. De directeur van Randerode was bijvoorbeeld enthousiast over Janny’s ideeën. Al snel regelde Janny dat de groep jongeren van de kerk elke zaterdag ging rolstoelwandelen met de ouderen van Randerode. Ook het Leger des Heils kon de hulp van de jongeren goed gebruiken. Bij een tehuis waar kinderen werden opgevangen die uit de ouderlijke macht waren gezet, kwamen de jongeren bijvoorbeeld poffertjes bakken en allerlei activiteiten doen met de kinderen.

In korte tijd had Janny succesvolle samenwerkingen gerealiseerd met maatschappelijke organisaties en kerken. Ook legde zij contact met scholen en gaf ze gastcolleges tijdens lessen Maatschappijleer. “Als je jongeren enthousiast krijgt, zijn ze ongelofelijk trouw. De jongeren hielpen ouderen met sneeuwruimen, tuinonderhoud en gingen mee naar ziekenhuisbezoeken. Ouderen hadden op hun beurt veel te vertellen aan jongeren.”

Van project naar officiële stichting

Drie jaar later, in 1971, was Kruimelschaar Apeldoorn officieel een Stichting. De naam was het idee van één van de jongeren. “Het kruimelwerk door een schare jongeren in Apeldoorn.” Een paar jaar later werd de eerste beroepskracht aangesteld. “Het kostte enorm veel doorzettingsvermogen om hiervoor subsidie te krijgen van de gemeente, maar het lukte.”

Janny heeft zelf nooit als betaalde kracht bij de Kruimelschaar gewerkt, al haar inzet was vrijwillig. In 1978 stopte zij bij de Kap, in verband met een persoonlijk verlies en omdat zij, aangemoedigd door haar echtgenoot, een studie Maatschappelijk Werk ging doen. De jongeren namen de leiding over, dit was geleidelijk zo ontstaan. De tijden veranderden en ook getrouwde vrouwen mochten weer werken. Janny is tot haar pensioen werkzaam gebleven in het sociale werkveld. “Mijn man zei wel eens, ga eens een keer iets voor jezelf doen, je doet zo veel voor anderen. Maar als ik ergens een leegte zie, dan wil ik die vullen.”

Hoe Janny het vindt dat De Kap na 55 jaar nog steeds bestaat en groter blijft worden? “Dat geeft een geweldig gevoel, juist omdat ik zo veel tegenwerking heb gehad. Ik ben een volhouder, maar dat moet ook wel. Anders red je het niet. Je moet vechten als je iets tot stand wil brengen. Dat de Kap nog steeds bestaat maakt me ontzettend trots.”