Jan en Greet zijn meer dan 50 jaar getrouwd. Ze waren het natuurlijk lang niet altijd met elkaar eens maar hadden het fijn samen. Totdat Jan merkte dat er iets niet in de haak was. Greet begon dingen te vergeten en kreeg uiteindelijk de diagnose dementie. Dat veranderde alles.
“Mijn vrouw Greet was een actief mens. Ze stond midden in het leven, was altijd op pad en zat overal in. Echt zo’n bezige bij. Zo was ze ambtenaar van de burgerlijke stand, zat in de gemeenteraad, in het bestuur van de PCOB en het Zonnehuis. We hadden het fijn samen en na meer dan 50 huwelijk kun je wel zeggen dat we echt bij elkaar hoorden. We hebben twee kinderen gekregen en altijd pleegkinderen in huis gehad. Mijn vrouw was kleuterjuf en gek met kinderen. We hebben mooie jaren gehad. Jarenlang hebben we met de kinderen in de vakanties gekampeerd aan de Ourthe op de grens van Duitsland en Luxemburg. We haalden hout uit het bos, maakten een vuurtje voor de tent en kookten de hele week op houtvuur. En natuurlijk aten we iedere dag een ijsje. De laatste 20 jaar hebben we samen mooie reizen gemaakt in onze camper. Heel Europa door, zelfs tot aan de Noordkaap”.
En toen merkte Jan dat er iets niet in de haak was. “Lagen we ’s avonds in de camper en zag ze rare dingen. Later heb ik schriftjes gevonden waarin ze opgeschreven had dat ze in de war was, dingen niet meer wist en dat ze dat niet fijn vond. Ze kreeg meer gezondheidsklachten en na wat dokteren kwamen we uiteindelijk bij de geriater in het ziekenhuis terecht. Daar kreeg ze de diagnose dementie. Eerlijk gezegd zei me dat niet zoveel. En haar ook niet. Het ging thuis allemaal nog goed. Het stoppen van haar bestuurswerk en dergelijke had een natuurlijk verloop. Het was fijn dat het zo liep, het maakte het allemaal wat minder moeilijk.
“De eerste jaren heb ik gewoon alles zelf gedaan”
De eerste jaren heb ik gewoon alles zelf gedaan. We waren samen thuis bezig en hebben ook veel gefietst en gewandeld. Langzaam slopen er dingen in die niet goed gingen. ’s Nachts vond ze de weg naar het toilet niet meer en moest ik een stoel voor de trap zetten zodat ze niet naar boven zou gaan. Na de coronatijd werd het zwaarder. Ze raakte meer en meer in de war. Onze casemanager Simone heeft toen dagbesteding bij ZGApeldoorn en huishoudelijke hulp geregeld. Ze kwam regelmatig langs en dan kon ik mijn verhaal kwijt. Op de dagen dat Greet naar de dagbesteding was had ik tijd voor mezelf. Twee keer per week ging ik naar fitness. Dan nam ik Greet gewoon mee. Er was altijd wel iemand die bij haar kwam zitten en een kopje koffie met haar dronk. We gingen ook altijd samen naar het Alzheimer Trefpunt. Daar ging veel aan Greet voorbij, maar ik heb er veel geleerd, werd er wijzer van”.
“In 2022 liep ik voor de 22e keer mee met de Vierdaagse in Nijmegen. We hadden het zo geregeld dat er iemand bij Greet was. Samen met mijn zoon en kleinzoon kwam ze me op vrijdag binnenhalen bij Malden. Een heel emotioneel moment voor ons allebei. Ik had me trouwens opgegeven voor de sponsorloop van Alzheimer Nederland en €3.000,- opgehaald. Die zondag vertelde onze dochter dat er plek voor Greet was bij Klein Geluk. Ze hadden het niet eerder willen vertellen omdat ze mij van de Vierdaagse wilden laten genieten. Maar de verhuizing zou de volgende week al zijn. Heel heftig en onwezenlijk. Ik heb zelf niets hoeven doen maar kwam na de Vierdaagse letterlijk en figuurlijk in een leeg huis terecht”.
“Afgelopen jaar zou ik weer meelopen maar was helaas geblesseerd. Toch ben ik op zaterdag naar Nijmegen gegaan. Ik ben naar de dienst in de Stevenskerk geweest, ben op dinsdag gestart en na een paar honderd meter gestopt. Toen ben ik in de camper gestapt en heb op een camperplek in Nijverdal gestaan. Die week vakantie heeft me goed gedaan. Ik heb echt een jaar nodig gehad om te accepteren dat Greet niet meer thuis woont. Ik heb moeten leren om weer alleen te zijn. Weer mijn eigen dingen te doen. Het wandelen heeft me erdoorheen gesleept. In de natuur kon ik mijn hoofd leegmaken. Dan liep ik in het bos te janken en dat werkte zo bevrijdend. Bijna elke dag ga ik bij Greet langs. En altijd is ze blij als ze me ziet. We zingen samen of bladeren door de fotoalbums die ik meeneem. Greet is in goede handen en dat geeft mij rust”.
“Ik heb echt een jaar nodig gehad om te accepteren dat Greet niet meer thuis woont”